Voor een stabiele en perfect horizontale bevloering heb je een ondervloer of chape nodig. In bepaalde gevallen dien je die chape te bewapenen.

Chape wordt ook wel ‘dekvloer’, ‘ondervloer’ of ‘zandcementvloer’ genoemd. Nog andere synoniemen zijn ‘cementdekvloer’, ‘smeervloer’ of ‘specievloer’. Een chape dient als ondergrond voor diverse vloerafwerkingen (zoals parket, tegels, vast tapijt, kurk, epoxy, andere gietvloeren, enzovoort) en wordt op een draagvloer of een isolatielaag aangebracht om oneffenheden glad te strijken, niveauverschillen te overbruggen of de vloer op het gewenste peil te brengen.

De chape wordt pas aangebracht nadat de ruwbouwwerkzaamheden zijn afgerond, het buitenschrijnwerk is geplaatst (winddicht), de muren zijn gepleisterd en de leidingen voor elektriciteit, sanitair en verwarming klaar liggen. Afhankelijk van de situatie en de wensen van de klant kan een dekvloer op verschillende manieren zijn opgebouwd: met of zonder vloerverwarming, thermische isolatie of akoestische isolatie. Na plaatsing van de chape is het heel belangrijk om de termijnen voor ingebruikname en droging goed te respecteren.


Termijn ingebruikname

De dekvloer gedurende minimum 3 dagen in een vochtige omgeving houden, d.w.z. dat de kamers afgesloten en niet geventileerd worden.

  • Hem gedurende minimaal 1 week beschermen tegen tocht (gesloten ruimten).
  • Wachten met het eerste en voorzichtige belopen zonder bijkomende belastingen tot de ouderdom van 5 tot 7 dagen bereikt is.
  • De eerste belasting door stapelen van materialen, goed verdeeld en zonder puntbelasting, ten vroegste na 15 dagen toelaten.
  • Wachten met het volledige in gebruik stellen tot de ouderdom van 28 dagen (de wachttijd voor het plaatsen van de vloerbedekking hangt ook af van andere criteria, zoals het vochtgehalte.

Droogtermijn dekvloeren

Na het respecteren van de termijnen voor ingebruikname, moet de dekvloer drogen, d.w.z. dat het aanmaakwater moet verdampen tot een vochtgehalte bereikt wordt dat verenigbaar is met de voorziene vloerbedekking en haar plaatsingstechniek. De drogingstermijnen worden in belangrijke mate beïnvloed door de klimatologische omstandigheden (relatieve vochtigheid, temperatuur, ...)

Het vochtgehalte wordt volgens een welbepaalde methode gecontroleerd: (gemeten met de carbidefles en uitgedrukt in massapercent) Het is dan ook aanbevolen informatie in te winnen bij de aannemer van de vloerbedekking.

  • Voor het plaatsen van parket aanvaardt men een max. vochtgehalte van 2,5 % voor een cementgebonden dekvloer.
  • Indien de vloerbedekkingen dampdicht zijn en/of indien vochtgevoelige lijmen worden gebruikt, is het toegelaten vochtgehalte beperkt tot 2,5 % voor een cementgebonden dekvloer. In geval van vochtdoorlatende vloerbedekkingen en indien de gebruikte lijmen niet vochtgevoelig is, bedraagt het maximale toelaatbare vochtgehalte 5 % voor cementgebonden dekvloeren.
  • Voor harde vloerbedekkingen en hun voegen is het vochtgehalte in de cementgebonden op zichzelf geen ongunstige faktor. Bij vloerbedekkingen van sommige marmer of kalksteensoorten zal men er nochtans voor zorgen dat de dekvloer droog is en blijft.

Uitvoeringsmogelijkheden

Naast deze algemene toepassingsmogelijkheden voor dekvloeren zijn verschillende varianten mogelijk. Hieronder vindt u er enkele, heeft u echter een specifieke vraag, aarzel niet om ons te contacteren.

Hechtende dekvloeren

Dit type dekvloer wordt geplaatst op cementgebonden draagvloeren die voldoende stabiel en cohesief moeten zijn. Hechtende vloeren vereisen meestal geen wapening. Uitzondering hierop zijn de plaatsen waar een diktevermindering van toepassing is omwille van bvb. de aanwezigheid van veel leidingen.

Niet-hechtende dekvloeren

Wanneer tussen de dekvloer en de draagvloer een scheidingslaag (kunststoffolie) geplaatst wordt, spreken we van een niet-hechtende dekvoer. De kunststoffolie wordt meestal geplaatst om optrekkend vocht uit de onderliggende lagen tegen te gaan. Bij dit type dekvloer is wapening wenselijk.

Zwevende dekvloeren

Bij zwevende dekvloeren wordt onder de dekvloer een thermische en/of akoestische isolatielaag voorzien. Een algemene wapening is in dit geval een vereiste.

Dekvloer op vloerverwarming

Een variant van de zwevende dekvloer, is de chape die gelegd wordt in het geval van de aanwezigheid van vloerverwarming. Voorafgaand aan het plaatsen van de dekvloer werden vloerverwarmingsbuizen op de aanwezige installatie geplaatst. Deze variant heeft enkele aandachtspunten die in acht genomen moeten worden en de kwaliteit ten goede komen:

  • Voorzien van gegalvaniseerde wapeningsnetten van minstens 50x50x2 mm. Eventueel kan dit vermeerderd worden met vezelwapening bij vrij dunne dekvloeren. Let wel: 5 cm dekking bovenop de vloerverwarming is het strikte minimum.
  • Plaatsen van bewegingsvoegen (= uitzetvoegen) in de chape.
  • Toevoegen van dispersiemiddel ter verbetering van de warmtegeleiding hetgeen door ons met een doseerapparaat aan de chapespecie toegevoegd wordt. Meestal wordt dit product door de installateur van de vloerverwarming geleverd. Op aanvraag kunnen wij u dit ook leveren.

Marc Van De Mierop staat ook in voor :

Geluidsisolatie

Geluidsisolatie

Beperk geluidoverdracht tussen verschillende kamers en ruimtes met een vakkundige geluidsisolatie.

Meer weten
Wapening

Wapening

Een onstabiele ondergrond? Chape met een beperkte dikte? Zorg voor stevigheid met wapening.

Meer weten
Warmte isolatie

Warmteisolatie

Een goede isolatie is goud waard en heeft zeker een positief effect op je energiefactuur!

Meer weten