Voor een stabiele en perfect horizontale bevloering heb je een ondervloer of chape nodig. In bepaalde gevallen dien je die chape te bewapenen.
Chape wordt ook wel ‘dekvloer’, ‘ondervloer’ of ‘zandcementvloer’ genoemd. Nog andere synoniemen zijn ‘cementdekvloer’, ‘smeervloer’ of ‘specievloer’. Een chape dient als ondergrond voor diverse vloerafwerkingen (zoals parket, tegels, vast tapijt, kurk, epoxy, andere gietvloeren, enzovoort) en wordt op een draagvloer of een isolatielaag aangebracht om oneffenheden glad te strijken, niveauverschillen te overbruggen of de vloer op het gewenste peil te brengen.
De chape wordt pas aangebracht nadat de ruwbouwwerkzaamheden zijn afgerond, het buitenschrijnwerk is geplaatst (winddicht), de muren zijn gepleisterd en de leidingen voor elektriciteit, sanitair en verwarming klaar liggen. Afhankelijk van de situatie en de wensen van de klant kan een dekvloer op verschillende manieren zijn opgebouwd: met of zonder vloerverwarming, thermische isolatie of akoestische isolatie. Na plaatsing van de chape is het heel belangrijk om de termijnen voor ingebruikname en droging goed te respecteren.
De dekvloer gedurende minimum 3 dagen in een vochtige omgeving houden, d.w.z. dat de kamers afgesloten en niet geventileerd worden.
Na het respecteren van de termijnen voor ingebruikname, moet de dekvloer drogen, d.w.z. dat het aanmaakwater moet verdampen tot een vochtgehalte bereikt wordt dat verenigbaar is met de voorziene vloerbedekking en haar plaatsingstechniek. De drogingstermijnen worden in belangrijke mate beïnvloed door de klimatologische omstandigheden (relatieve vochtigheid, temperatuur, ...)
Het vochtgehalte wordt volgens een welbepaalde methode gecontroleerd: (gemeten met de carbidefles en uitgedrukt in massapercent) Het is dan ook aanbevolen informatie in te winnen bij de aannemer van de vloerbedekking.
Naast deze algemene toepassingsmogelijkheden voor dekvloeren zijn verschillende varianten mogelijk. Hieronder vindt u er enkele, heeft u echter een specifieke vraag, aarzel niet om ons te contacteren.
Dit type dekvloer wordt geplaatst op cementgebonden draagvloeren die voldoende stabiel en cohesief moeten zijn. Hechtende vloeren vereisen meestal geen wapening. Uitzondering hierop zijn de plaatsen waar een diktevermindering van toepassing is omwille van bvb. de aanwezigheid van veel leidingen.
Wanneer tussen de dekvloer en de draagvloer een scheidingslaag (kunststoffolie) geplaatst wordt, spreken we van een niet-hechtende dekvoer. De kunststoffolie wordt meestal geplaatst om optrekkend vocht uit de onderliggende lagen tegen te gaan. Bij dit type dekvloer is wapening wenselijk.
Bij zwevende dekvloeren wordt onder de dekvloer een thermische en/of akoestische isolatielaag voorzien. Een algemene wapening is in dit geval een vereiste.
Een variant van de zwevende dekvloer, is de chape die gelegd wordt in het geval van de aanwezigheid van vloerverwarming. Voorafgaand aan het plaatsen van de dekvloer werden vloerverwarmingsbuizen op de aanwezige installatie geplaatst. Deze variant heeft enkele aandachtspunten die in acht genomen moeten worden en de kwaliteit ten goede komen:
Beperk geluidoverdracht tussen verschillende kamers en ruimtes met een vakkundige geluidsisolatie.
Meer wetenEen onstabiele ondergrond? Chape met een beperkte dikte? Zorg voor stevigheid met wapening.
Meer wetenEen goede isolatie is goud waard en heeft zeker een positief effect op je energiefactuur!
Meer weten